Gisteren heb ik mijn eerste digitale nieuwsbrief uitgestuurd. Ik voelde mij daarbij kwetsbaar, het is eng om te doen. Maar gisterenavond werd ik als het ware opgetild toen ik de volgende passage las uit een toespraak van Theodore Roosevelt [23 april 1910]:
Het is niet de criticus die telt; niet degene die ons erop wijst waarom de sterke man struikelt, of wat de man van daad beter had kunnen doen.
De eer komt toe aan de man die daadwerkelijk in de arena staat, zijn gezicht besmeurd met stof, zweet en bloed; die zich kranig weert; die fouten maakt en keer op keer tekortschiet, omdat dat nu eenmaal onvermijdelijk is;
die desondanks toch probeert iets te bereiken; die groot enthousiasme en grote toewijzing kent; die zich helemaal geeft voor de goede zaak;
die, als het meezit, uiteindelijk de triomf van een grootse verrichting proeft, en die, als het tegenzit en als hij faalt, in elk geval grote moed heeft getoond...
Het is niet de criticus die telt; niet degene die ons erop wijst waarom de sterke man struikelt, of wat de man van daad beter had kunnen doen.
De eer komt toe aan de man die daadwerkelijk in de arena staat, zijn gezicht besmeurd met stof, zweet en bloed; die zich kranig weert; die fouten maakt en keer op keer tekortschiet, omdat dat nu eenmaal onvermijdelijk is;
die desondanks toch probeert iets te bereiken; die groot enthousiasme en grote toewijzing kent; die zich helemaal geeft voor de goede zaak;
die, als het meezit, uiteindelijk de triomf van een grootse verrichting proeft, en die, als het tegenzit en als hij faalt, in elk geval grote moed heeft getoond...

nieuwsbrief_-_herfst_2014.pdf |